Nieuws

Een cateringmedewerkster krijgt op 1 augustus 2018 een arbeidscontract voor zeven maanden. Na drie weken meldt ze zich ziek als gevolg van beperkingen door haar zwangerschap. Op 12 november start ze met passende werkzaamheden. Op 22 februari start het zwangerschapsverlof. Haar contract wordt intussen verlengd tot 31 augustus 2019. Na het bevallingsverlof neemt ze eerst 5 en dan 15 uur per week ouderschapsverlof op. In deze periode wordt haar contract verlengd tot 31 januari 2020. Ze krijgt ook kolfverlof tot 2 januari 2020. Op 27 december 2019 krijgt ze te horen dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. Van dit gesprek maakt ze een opname.

Een ondernemer heeft via eigen BV samen met twee partners een kantoor. Hij stelt kostbare kunstwerken uit zijn privécollectie ter beschikking aan het kantoor. Tijdens een boekenonderzoek is afgesproken dat sprake is van belaste terbeschikkingstelling, maar dat hij aan het kantoor geen vergoeding hoeft te vragen. Veertien jaar later geeft hij een negatief resultaat uit de ter beschikkingstelling aan van circa € 200.000, bestaande uit afwaarderings- en verkoopverliezen op de kunstwerken. De Belastingdienst corrigeert de aftrek en telt een gebruiksvergoeding bij.

Een nachtreceptionist van een hotel heeft een tijdelijk contract dat met zes maanden is verlengd tot 1 mei 2020.  Hij werkt in de eerste week van mei door. In die week vraagt zijn werkgever hem een brief van 29 april 2020 te ondertekenen met de bevestiging dat het contract drie maanden wordt voortgezet. Hij weigert te tekenen en wordt naar huis gestuurd.

Als uw medewerkers thuis werken en een auto van de zaak hebben, is het woon-werkverkeer naar kantoor dan voor de BTW zakelijk of privé? Volgens de huidige regels is het privé en geldt er een regeling voor de correctie van de BTW op dit privégebruik. Een werkgever vond dat duur en niet terecht, en wendde zich tot de rechter.

Een salesmanager bij een bedrijf dat jongveevoeder produceert en verkoopt, zegt zijn contract op. Hij sluit een contract als salesmanager bij een Deens bedrijf dat grondstoffen voor jongveevoeders verkoopt. De eerste werkgever beroept zich op het overeengekomen concurrentiebeding.

Een ongehuwd stel gaat na achtentwintig jaar uit elkaar. Ze hebben samen een huis gekocht met eigen geld en een hypothecaire lening. De man woont nog in het huis. Ze spreken af dat ze het huis via een makelaar gaan verkopen. Vijfenzeventig bezichtigingen volgen. De man weigert op ieder bod onder de vraagprijs in te gaan. Om de patstelling te doorbreken gaat de vrouw naar de rechter.

Een cateringmanager werkt via zijn werkgever bijna tien jaar in het bedrijfsrestaurant van een bank. Op 30 juli zegt de bank de overeenkomst met de werkgever op per 1 november. De bank geeft wegens een conflict op de werkvloer op 20 augustus aan dat de cateringmanager vanaf 23 augustus niet meer welkom is. De werkgever daarentegen wil de cateringmanager laten overnemen door de nieuwe cateraar. Op 24 september meldt de cateringmanager zich ziek.

Een vulploegmedewerker bij Action pakt een plastic tasje bij de kassa om gekochte spullen mee naar huis te nemen. Dat is in strijd met de strikte huisregels die bij fraude of diefstal ontslag op staande voet in het vooruitzicht stellen. In een gesprek bekent de medewerker dat hij het tasje met een verkoopwaarde van € 0,03 niet heeft afgerekend en ontslag op staande voet volgt. De medewerker gaat naar de rechter.

Een medewerker van een fabriek die op maat deuren en kasten maakt, moet aan het werk bij de kartonmachine. Dat weigert hij aanvankelijk. Daarna zijn er wat strubbelingen met de leidinggevende en collega’s. De medewerker meldt zich ziek. De bedrijfsarts adviseert een time-out en mediation.

Een directeur-grootaandeelhouder heeft een schuld van bijna € 1.3 miljoen aan zijn BV. De Belastingdienst eist dat de schuld op € 75.000 na binnen twee jaar volledig wordt afgelost. Zo niet, dan wordt het meerdere belast met inkomstenbelasting. Partijen leggen dit na uitgebreid overleg vast in een vaststellingsovereenkomst. Aflossing lukt echter niet, een aanslag van ruim € 800.000 volgt, en de rechter komt eraan te pas.