Nieuws

Per 1 januari 2021 geldt voor woningen onder bepaalde voorwaarden een tarief van 2% of een startersvrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Over praktijksituaties bij de toepassing van deze regeling heeft de Belastingdienst onlangs 25 nieuwe vragen beantwoord. De zes meest gangbare situaties nemen we op.

Een vrouw werkt als personeelsfunctionaris in de BV van haar man(DGA). Als ze tot een echtscheiding besluiten, meldt de vrouw zich ziek. Na haar herstel ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst op verzoek van de DGA. De vrouw gaat in beroep. Ze vindt de ontbinding onterecht, omdat ze als echtgenote minder rechtsbescherming krijgt dan gewone werknemers. Als de ontbinding toch terecht was, wil ze een billijke vergoeding.

Man en vrouw, ondernemers, kopen een woning met schuur. Na een forse verbouwing nemen ze de schuur in gebruik als praktijkruimte van de onderneming. De schuur staat op de ondernemersbalans. Twintig jaar later stoppen ze en claimen ze een aftrekbaar boekverlies op de schuur. De Belastingdienst corrigeert dit naar een belaste boekwinst.

Een bedrijf in gezonde voeding streeft ernaar om het gezondste bedrijfsrestaurant van Nederland te hebben. Werknemers kunnen er dagelijks kosteloos lunchen. Alle maaltijden hebben een vastgestelde minimum hoeveelheid groenten, zijn afgestemd met een diëtiste en bevatten geen toevoegingen zoals zout, suiker en E-nummers. Volgens de werkgever is sprake van een gericht vrijgestelde Arbovoorziening. De Belastingdienst denkt daar anders over.

Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) heeft zijn pensioen bij een eigen BV ondergebracht. De pensioenvoorziening bedraagt ruim € 255.000. De DGA heeft een rekening courantschuld aan de BV van bijna € 350.000. Hij heeft geen inkomen meer en verder onvoldoende vermogen om deze schuld af te lossen. Na een boekenonderzoek wordt de gehele pensioenvoorziening als inkomen belast. Hoe oordeelt de rechter?

Werknemers die buiten hun schuld niet kunnen werken, hebben recht op doorbetaling van hun loon. De niet-gewerkte uren hoeven ze niet in te halen. De CAO Retail Non Food bevat echter een regeling voor flexibele inzet, waardoor min-uren kunnen ontstaan. Wat zijn dat en waarom mag de werkgever deze wel laten inhalen van de rechter?

Een omroeporganisatie krijgt een naheffingsaanslag loonheffingen. Waarom? Een ZZP-er die voor de omroep had gewerkt, had een WW-uitkering aangevraagd en, na onderzoek van de arbeidsrelatie door het UWV, gekregen. Het UWV meldde dit bij de Belastingdienst. De omroep legt de zaak voor aan de rechter.

Een medewerkster van een bedrijf in mobiele telefonie krijgt een tijdelijk contract met daarin een ontbindende voorwaarde: ze moet binnen twee maanden een Verklaring Omtrent Gedrag aanleveren. Zo niet, dan eindigt de overeenkomst na afloop van deze termijn. Ze ontvangt haar VOG te laat, op dezelfde dag als de brief, waarin het einde van haar contract wordt bevestigd. Ze gaat naar de rechter.

Ondernemers voor de BTW met een jaaromzet van maximaal € 1.800 mogen de vrijstelling voor kleine ondernemers toepassen zonder dat zij hiervoor een melding hoeven te doen (vrijwillige registratiedrempel). Ze zijn daarbij niet gebonden aan een minimale toepassingsduur van de kleineondernemersregeling van drie jaar of aan een wederopzegging. Deze goedkeuring is onlangs definitief ingevoerd met terugwerkende kracht.