Nieuws

Een werknemer van een Nederlands bedrijf woont in België en werkt regelmatig thuis. Wanneer vormt de thuiswerkplek dan een zogenaamde vaste inrichting, van waaruit de Nederlandse bedrijf in België winst maakt waarover niet Nederland maar België belasting mag heffen? Over deze vraag, ook in de spiegelbeeldsituatie, hebben België en Nederland een overeenkomst gesloten met daarin een praktische handreiking.

Een man verkoopt onroerende zaken aan zijn vrouw, met wie hij onder huwelijkse voorwaarden is gehuwd. Na een onderzoek legt de Belastingdienst aan de vrouw een aanslag schenkbelasting op naar een belaste verkrijging van ruim € 680.000. De onroerende zaken zouden voor een te laag bedrag zijn verkocht, omdat van bodemvervuiling, waarmee bij de prijsbepaling rekening was gehouden, in werkelijkheid geen sprake was. De hoogste rechter toetst de uitspraak van het gerechtshof over deze zaak.

Een senior meettechnicus werknemer heeft zijn vakantie geboekt en afgestemd met de werkgever. Dan wordt hij ziek en gaat hij met toestemming van de bedrijfsarts op vakantie. Mag de werkgever in deze situatie vakantiedagen afboeken van het verlofsaldo? Hierover heeft de hoogste rechter zich onlangs uitgesproken.   

De regels over bestelauto’s blijven vragen oproepen. Zo heeft een kennisgroep van de Belastingdienst zich gebogen over de volgende vraag: als de carrosserie aan de binnenkant van ondoorzichtig plaatmateriaal, dat op onverbrekelijke wijze aan de carrosserie wordt verbonden, wordt voorzien om te voldoen aan de blinderingseis, is het dan toegestaan om de zijruiten te laten zitten als de zijruit van fabriekswege op de buitenzijde van de carrosserie is geplakt?

Nederlandse regelgeving rond de waardeoverdracht van pensioenaanspraken van emigrerende werknemers aan een pensioenuitvoerder in een andere lidstaat is in strijd met het EU-recht. Zo heeft het Hof van Justitie van de EU bepaald. Het gaat om de verplichte zekerheidstelling voor de invordering van Nederlandse belasting over de pensioenaanspraak en de voorwaarde dat afkoopmogelijkheden hetzelfde zijn of beperkter dan naar Nederlands recht.

Een zelfstandige projectmanager heeft na enkele jaren met hoge omzetten een slechtere periode. Hij neemt wel deel aan aanbestedingsprocedures, maar deze inspanningen zijn steeds minder succesvol. Omzet blijft uit, terwijl hij wel kosten blijft maken. De Belastingdienst stelt dat geen sprake meer is van een bron van inkomen en weigert kostenaftrek.

De kosten van outplacement kunt u onbelast vergoeden als sprake is van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Hiervoor geldt dan een gerichte vrijstelling. De Belastingdienst geeft in een handreiking aan wanneer deze van toepassing is.

Vader heeft certificaten van aandelen in zijn Holding-BV geschonken aan zijn  kinderen. Voor de schenkbelasting is de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) toegepast. De holding heeft binnen vijf jaar voor de schenking aandelen in twee dochtervennootschappen bijgekocht. Geldt de BOR ook voor die uitbreiding? Volgens de Belastingdienst is dat niet het geval. Hoe oordeelt de rechter?

Via hun personal holding-BV’s hebben twee DGA’s ieder 30 stemrechtloze aandelen in een Holding-BV. De ouders van de DGA’s hebben alle aandelen met stemrecht in de Holding-BV. De vraag is nu of de DGA’s verplicht verzekerd, en dus premieplichtig, zijn voor de werknemersverzekeringen. Volgens de Belastingdienst en de rechtbank, is dat het geval. Hoe oordeelt het gerechtshof in hoger beroep?

Op 26 oktober 2023 is een motie aangenomen waarin het kabinet verzocht wordt een tegenbewijsregeling in box 3 te onderzoeken en de Tweede Kamer hierover binnen twee weken te informeren. Onlangs is hierover een kamerbrief gepubliceerd. Het kabinet heeft de mogelijkheden voor een tegenbewijsregeling binnen box 3 meerdere malen onderzocht en gaat daar mee stoppen.